Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zag alzo de paarden in dit gezicht, en die daarop zaten, hebbende [22]vurige, en hemelsblauwe, en sulfervervige borstwapenen; en de hoofden der paarden waren als [23]hoofden van leeuwen, en uit hun monden ging [24]vuur, en rook, en sulfer. 22. Daar deze natien zeer weinig ijzeren wapens dragen, zo verstaan enigen hierdoor hun verscheidene klederen, die zij uit dergelijke kleuren plegen te dragen; anderen hun wrede gemoederen, die zij tegen de christenen betonen, en hun schrikkelijke lasteringen, die zij tegen hen plegen uit te blazen. 23. Dat is, die sterk, snel en wreed zijn, en niet alleen met slaan, maar ook met bijten en scheuren plegen te woeden. 24. Dit duiden sommigen op het geschut dat zij voeren, waarmede in het schieten vuur, rook zwavel uit hun monden schijnt voort te komen. Anderen verstaan hierdoor allerlei soorten van wreedheid, die zij door hun wapens bedrijven zouden.